Een warme natte zondag in november, terwijl we in de auto naar Savaneta rijden komen we langs een slecht onderhouden huis. De eens frisse en felle kleuren op de muren vallen in grote blaren op de grond, hoopjes schilfers achterlatend langs de randen van het huis. Versleten en verschoten gordijnen wapperen door de open ramen. Hier en daar is een raam gebroken en steekt het glas uit de verotte kozijnen. Het is er stil.
Buiten op de nat geregende grond ligt een man op zijn rug, zijn armen langs zijn lijf. Kippen scharrelen om hem heen, een zwerfhond snuffelt aan zijn hemd. Natuurlijk weten we dat het in de Caribbean heel normaal is om op de grond te slapen, het is immers ook de plek waar al het nieuwe leven geboren wordt en waar mensen uiteindelijk ook sterven. Een grotere binding kun je niet hebben met de grond waar je op leeft. Maar op de doorweekte grond gaan liggen terwijl een nieuwe regenbui zich al aankondigt?
We keren de auto en rijden terug. R. houdt vol dat de man ligt te slapen. Ooit sprak hij eens een vrouw aan die in een waterplas haar middagdutje deed waarna hij door haar werd weggejaagd omdat hij stoorde in mooie dromen. Maar ondanks dat vertrouw ik het niet en vraag R. te kijken of alles in orde is.
Mijn bezorgdheid wekt in eerste instantie niet de man, maar wel zijn vrouw die wild pratend en gebarend het huis uit stormt. Zeker de man zit in de problemen en in hoge nood, veroorzaakt door een glas of wat te veel. Maar zijn grootste probleem op dat moment is zijn vrouw die hem scheldend en tierend met woeste gebaren het huis weer injaagt en zo een einde maakt aan zijn mooie dromen.
Voortaan behandelen wij slapende mensen op de grond net zoals slapende honden; we maken ze vooral niet meer wakker!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten